Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Hij kent [22]de ijdele lieden en Hij ziet de ondeugd; zou Hij dan niet [23]aanmerken? 22. Hebreeuws, mensen der ijdelheid, of valsheid; dat is, die tot ijdelheid en valsheid genegen zijn. Versta, ijdele leer en onnutte werken, welke gevonden worden in degenen, die zonder het geloof, de vreze Gods en ware boetvaardigheid zijn. Alzo Ps.26:4. In gelijken zin worden genaamd onder, hfdst.22 vs.15, lieden der ongerechtigheid, en hfdst.34 vs.8, mannen der goddeloosheid; Spreuk.24:1, lieden der boosheid. 23. Dat is, bedenken, verstaan, achtgeven en voornemen die naar zijne rechtvaardigheid te straffen. Zie van het Hebreeuwse woord 1 Kon.3:21.